China reageert met 84% importheffingen op Amerikaanse goederen als antwoord op Trumps escalatie.

China heeft woensdag het handelsconflict met de Verenigde Staten verder opgeschroefd door aan te kondigen de tarieven op Amerikaanse goederen te verhogen tot 84%.

De stap is een direct antwoord op een nieuwe ronde Amerikaanse heffingen die door president Donald Trump zijn ingevoerd, en verergert de spanningen tussen de twee grootste economieën ter wereld.

Volgens een verklaring van de Chinese regering gaan de vergeldingsheffingen op 10 april in.

Het besluit volgt op de laatste tarieven van Washington, die woensdagmiddag in Peking van kracht werden.

Met de nieuwe tarieven bedraagt het cumulatieve tarief dat dit jaar door de regering-Trump is aangekondigd nu 104%.

De tegenmaatregelen van Peking werden alom verwacht nadat Chinese functionarissen eerder deze week hadden aangegeven dat ze “tot het bittere einde zouden vechten” als Washington door zou gaan met extra handelssancties.

Amerikaanse goederen waren al onderworpen aan een breed scala aan algemene tarieven die eerder dit jaar waren opgelegd, evenals aan bestaande maatregelen uit zowel de eerste termijn van Trump als de regering-Biden.

Als onderdeel van de reactie voegde China zes bedrijven toe aan zijn lijst van onbetrouwbare entiteiten en nam het twaalf Amerikaanse entiteiten op in zijn exportcontrolelijst, waardoor hun toegang tot Chinese markten en middelen verder werd beperkt.

Deze aanduidingen worden door Peking doorgaans gebruikt om buitenlandse bedrijven te straffen die als een bedreiging voor de nationale belangen worden gezien of die betrokken zijn bij acties tegen Chinese bedrijven.

Amerikaanse aandelen storten in.

De Amerikaanse aandelenfutures wezen woensdag op verdere verliezen.

Na de aankondiging van China daalden de Dow Jones futures met 558 punten, of 1,5%, terwijl de S&P 500 futures met 1,3% daalden. De Nasdaq-100 futures daalden met 0,9%.

De voorbeurshandel weerspiegelde de spanning. Apple daalde tot wel 2% voordat het verlies werd beperkt. Ford en General Motors daalden respectievelijk meer dan 2% en 1%.

De onrust over de oplopende tarieven heeft geleid tot een vierdaagse uitverkoop op de markt.

De volatiliteit bleef dinsdag hoog – de S&P 500 steeg op een gegeven moment met meer dan 4%, voordat hij met 1,6% daalde bij het sluiten van de beurs.

De Dow steeg intraday bijna 4%, maar sloot 0,8% lager. De benchmark S&P staat nu bijna 19% onder zijn recordhoogte.

Dit is een verhaal in ontwikkeling.